Wie na zijn afstuderen denkt flink te kunnen cashen, heeft buiten de
Informatie Beheer Groep (IBG) gerekend. De eerste twee jaar na het behalen
van je diploma of bul hoef je van je schuld nog niets terug te betalen, al
loopt de rente wel door.
Maar daarna valt een brief met een betalingsregeling op je deurmat. Vanaf dat
moment ben je vijftien jaar bezig om de schuld af te lossen.
Gemiddelde stijgt
Om het aflossingsbedrag te berekenen deelt de IBG je totale studieschuld door
180 maanden. Voor degenen die in januari begonnen met aflossen, komt dat
gemiddeld neer op 69,44 euro per maand. Volgens IBG bedraagt de gemiddelde
studieschuld namelijk 12.500 euro.
Dit bedrag loopt al tijden flink op. Alleen al de afgelopen drie jaar is de
gemiddelde studieschuld met bijna 15 procent gestegen; veel meer dan de
inflatie over deze periode. Minister Plasterk van Onderwijs lijkt zich hier
zorgen over te maken. Hij riep studenten vorige week per brief op ‘bewust’
te lenen, zodat ze niet onvoorzien een torenhoge studieschuld opbouwen. Hoog
tijd om de studieschuld eens nader te bekijken.
Hoeveel moet ik straks terugbetalen?
Wat je na je studie moet aflossen, valt vooraf niet nauwkeurig te voorspellen,
omdat de rentetarieven over de hoofdsom flink kunnen schommelen.
Zolang je nog geld leent wordt de rente over de opgebouwde schuld elk
kalenderjaar vastgesteld. Het huidige tarief bedraagt 3,58 procent. Dat is
een vriendelijk bedrag, want het is ook weleens anders geweest. In 1992
bijvoorbeeld groeide het bedrag met 11,08 procent aan. Het gemiddelde
rentetarief over de afgelopen achttien jaar is 5,5 procent.
Zodra je – twee jaar na je studie - gaat aflossen wordt de rente elke vijf
jaar gefixeerd. Deze tarieven liggen een stuk dichter bij elkaar: sinds 1992
schommelden ze tussen 2,74 en 4,17 procent. Het huidige tarief bedraagt 3,58
procent; evenveel als in de opbouwfase.
Hoe de rente zich de komende vijftien jaar zal ontwikkelen is niet te
voorzien. De enige zekerheid die je hebt, is dat je minder betaalt dan bij
een commerciële bank.
Mag ik vervroegd aflossen?
Al tijdens je studie aflossen is altijd gunstig. Je betaalt minder rente en
hebt bovendien aan het eind van de rit een lagere schuldenlast.
Mocht dat niet haalbaar zijn, dan kun je ook tijdens de eerste twee jaar na je
studie alvast wat aflossen. In dat geval wordt de looptijd van je schuld
ingekort en ben je dus korter dan vijftien jaar aan het afbetalen.
De termijn van vijftien jaar blijft wel bestaan als je pas tijdens de
aflosfase een extra storting doet. IBG berekent dan een nieuw, lager
maandbedrag. Mocht het maandbedrag onder het minimumaflosbedrag van 45 euro
uitkomen, dan wordt de aflossingsperiode wel verkort.
Bereken voor je besluit af te lossen wel even de fiscale consequenties, want
schulden kunnen een aantrekkelijke aftrekpost vormen. Een studieschuld mag
je in Box 3 in mindering brengen, maar alleen bedragen boven de 2.800 euro.
De rente is níet aftrekbaar.
Het aflossingsbedrag is te hoog. Wat nu?
Stuur direct een verzoek tot verlaging van je maandbedrag naar IBG. Deze
organisatie voert dan een ‘draagkrachtmeting’ uit. De basis hiervoor is je
belastbaar inkomen over 2007 (of over latere jaren, als je daarom vraagt).
Let op: dit is iets anders dan je besteedbaar inkomen.
Wat je maandelijks kwijt bent aan bijvoorbeeld verzekeringspremies, hypotheek
en energie is dus niet relevant. Woon je samen, dan telt ook inkomen van je
partner mee.
Elk jaar bekijkt IBG opnieuw of je nog steeds minder hoeft te betalen. Als je
meer gaat verdienen, gaat het maandbedrag weer omhoog. Gebeurt dit niet, dan
wordt na vijftien jaar de restschuld kwijtgescholden. Achterstallige
schulden blivjen altijd staan.
Als je niet wil dat het inkomen van je partner bij de draagkrachtmeting wordt
meegenomen, dan mag dat. Je krijgt dan mogelijk een lagere maandlast, maar
de aflosfase wordt wel met een evenredige periode verlengd. Je bent dan dus
langer bezig met aflossen en er wordt geen schuld kwijtgescholden.
Wat te doen bij een betalingsachterstand?
Je bent niet de enige. Begin vorig jaar waren er ongeveer 60.000 personen van
wie een of meer vorderingen bij een deurwaarder lagen. Hieronder vallen niet
alleen schulden van oud-studenten, maar ook lesgeldschulden of schulden
wegens een onterecht bezit van de OV-studentenkaart. En er vallen zowel
mensen onder die één maandtermijn hebben gemist als personen met structurele
achterstanden.
In zo’n traject zitten is een dure grap. Zodra de betalingsachterstand in
handen valt van een incassobureau of deurwaarder, loopt de meter op. De
kosten van een incassobureau liggen niet wettelijk vast, maar een richtlijn
is 15 procent van de hoofdsom. Maar het mag ook een vast – hoger - bedrag
zijn. Een deurwaarder is nóg duurder. Hij mag ook beslag leggen op je loon.
Wil je het zover niet laten komen, neem dan meteen contact op met de
deurwaarder. Misschien is een betalingsregeling mogelijk. Op de website zelfjeschuldenregelen.nl
(van het Nibud en schuldhulpverlenersorganisatie NVVK) staan tips en
voorbeeldbrieven voor een verzoek tot een regeling.
Speelt mijn studieschuld een rol bij de aanvraag van een hypotheek of
lening?
Bij de beoordeling van je aanvraag zal de bank altijd even checken bij het
Bureau Krediet Registratie (BKR) in Tiel of je al elders een lening hebt
lopen en eventueel betalingsachterstanden hebt. Een studieschuld wordt
echter niet in Tiel geregistreerd.
Dat lijkt goed nieuws: wat niet weet, wat niet deert. Toch is het verstandig
je studieschuld wel te melden als je bij de hypotheekverstrekker zit, want
als er problemen zijn kan liegen duur uitpakken.
Als je bijvoorbeeld een huis hebt dat onder de Nationale Hypotheek Garantie
valt en dit huis gedwongen in de verkoop moet omdat jij buiten je schuld
(bijvoorbeeld vanwege een echtscheiding) de lasten niet kunt dragen, dan is
de kans normaliter groot dat je restschuld wordt kwijtgescholden.
Heb je echter je studieschuld verzwegen, dan loop je het risico zelf voor de
schade op te draaien.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl